Fysieke standaard muskaatvinken.
Formaat:
De muskaatvinken zijn ondanks hun geringe formaat geen iel ogende vogels en dienen minimaal het formaat te hebben zoals in de soort afhankelijke standaard is aangegeven. Het formaat en model van de vogels mogen niet storend op elkaar inwerken. Het specifieke formaat wordt bij de standaard van de soort vermeld
Model:
De muskaatvinken moeten een forse indruk maken welke iets krachtig overkomt, d.w.z. dat de muskaatvinken niet de indruk mogen maken slank te zijn. De onderlinge lichaamsverhoudingen dienen harmonisch te werken.
Van opzij gezien moet de borstlijn vanaf de keel tot aan de inzet van de poten, regelmatig gebogen zijn. De rug moet vanaf de nek tot aan de punt van de staart een bijna rechte lijn vormen. Een puntige borst of uitgezakt achterlichaam worden als storend ervaren. De kop dient ronde lijnen te vormen zonder echt duidelijk afgeplat te zijn. De staart is kort en getrapt de twee buitenste pennen zijn het kortste en worden naar binnen toe steeds langer. De middelste staartpennen zijn minimaal langer en lancetvormig.
Houding:
De muskaatvinken dienen fier op stok te zitten waarbij het lichaam los blijft van de stok. Het doorzakken van de poten is fout. De vleugels moeten strak langs het lichaam gedragen worden, waarbij de vleugelpunten sluiten op de stuit. De Indische en Javaanse muskaatvink hebben een wat meer opgerichte houding dan de Chinese Muskaatvink
Conditie:
Een goede lichamelijke conditie en een onbeschadigd verenpak is een eerste vereiste.
Snavel:
De snavel moet kegelvormig zijn, zonder beschadigingen. De onder- en bovensnavel dienen natuurlijk te sluiten.
De lijn snavel-schedel moet vloeiend zijn.
Poten:
De poten moeten recht en stevig zijn, zonder verruwingen of vergroeiingen. De tenen moeten goed om de zitstok klemmen. Aan elke poot bevinden zich vier tenen, waarvan er 3 naar voren en 1 naar achteren is gericht. Elke teen dient voorzien te zijn van een natuurlijk gebogen nagel.
Ringmaat;
2,7 mm.