Home Bronzemannen Muskaatvinken Nonnen Rietvinken Bastaarden Linken

Henk’s Lonchura Pagina

Email: lonchura@dds.nl

Diksnavelnon, Lonchura grandis.


Algemeen:


Nederlands: Diksnavelnon.

Duits: Dickschnabelnonne.

Engels: Great-billed mannikin.

Frans: Nonne à gros bec.


Verspreidingsgebied:


Leefgebied is het noorden en zuid oosten van Nieuw Guinea.


Ondersoorten:


Er worden vier ondersoorten erkend, welke minimaal verschillen in kleurdiepte en grootte van de kop en snavel. Beschreven is de wat helderder Diksnavelnon, welke in combinatie met de zwarte kop, borst en buik, de meest contrastrijke verschijningsvorm is. De in Nederland aanwezige (kleine) populatie heeft over het algemeen een wat donkerder rugdek en een iets fijnere snavel.


Beschreven zijn de ondersoorten L.g.grandis, L.g.destructa, L.g.ernesti en L.g.heurni. De L.g.ernesti heeft meer helder strogele buitenvlaggen aan de staartpennen en een wat minder forse snavel. De L.g.destructa is donkerder kastanjebruin op rug, vleugeldek en flanken en heeft meer strogele bovenstaartdekveren. De L.g.heurni is donkerder kastanjebruin op rug- en vleugeldek.


Fysieke eigenschappen:


Door de forse snavel en grote kop is de Diksnavelnon een opvallende verschijning.De forse snavel dient glad te zijn zonder schilfering. De kop -snavellijn dient vloeiend te verlopen. Verder heeft de Diksnavelnon niet veel foutbronnen, waardoor er streng kan worden gelet op egaliteit van de kleur en op strakke tekeningen. De kastanjebruine flanken zijn weinig opvallend en meestal alleen in rusthouding waarneembaar.


Model:

De Diksnavelnon is de grootste van de nonnen en rietvinken. Door de uitzonderlijk forse snavel en de daarbij passende grotere kop, wijkt het model van de Diksnavelnon duidelijk af van de overige nonnen.

Formaat: 12 cm.


Kleurslag:

Wildkleur

Kleur:


Kop, keel en nek:

De gehele kop, keel en nek egaal diep zwart.

Rug en vleugeldek:

Kastanjebruin. In de vleugelpennen is deze een nuance donkerder. De afscheiding tussen de zwarte nek en het rugdek is scherp en strak afgetekend.

Stuit, bovenstaartdek:

Op de stuit gaat de kastanjebruine rugdekkleur over in de helder oranjebruine stuitkleur, welke geleidelijk aan overgaat in het meer strogele bovendek.

Staart:

Middelste staartpennen gepunt, warm strogeel van kleur, met zwartbruine veerkernen. De overige staartpennen zwartbruin, met brede strogele randen aan de buitenvlaggen.

Borst, buik en onderstaartdek:

De borst, buik en het onderstaartdek egaal diep zwart. Met de zwarte kop vormt dit een aaneengesloten veerveld.

Flanken:

Egaal kastanjebruin.

Pootinplant en aars:

Egaal diep zwart.

Poten en nagels:

Donkergrijs, een lichtere kleur is toegestaan.

Snavel:

Blauwgrijs

Ogen/Pupil:

Zwartbruin, een lichtere kleur is toegestaan

Kleur en tekeningomschrijving

Diksnavelnon, man en pop

Diksnavelnon

Terug naar boven

© Alle rechten voorbehouden aan HJ de Vos